Afbeelding

In de Biechtstoel: Janice Bongers

Nieuws

HANDEL – Handelse van huis uit, schooljuf in Oss (“groep 3, leren lezen en schrijven”), al twaalf-en-een-half jaar speelster bij Toneelgroep De Kern en daar tien jaar geleden de jeugdgroep opgezet. Janice Bongers wilde al als heel jong durske bij De Kern, maar er was toen nog geen jeugdvereniging. “Dus toen ik 18 was heb ik die groep opgericht. Het is magisch werken met de jeugd, je krijgt ze op toneelgebied álles aangeleerd.”

Geloof je?

Ik geloof in heel veel dingen. Elk geloof heeft wel iets moois, iets waar je van kunt leren. Ik sta voor heel veel open en geloof zeker ook in mijzelf, in de kracht en de liefde die je uitstraalt.

Wat is je grootste deugd?

Creativiteit en fantasie. Ik wil graag kinderboeken schrijven en die zelf illustreren, maar de tijd ontbreekt me voorlopig nog. Toch gaat dat vast en zeker een keer gebeuren. Veel hobby’s betekent veel keuzes maken. Bij mijn oma in haar schuurtje had ik een eigen hoekje waar ik heerlijk kon tekenen en schilderen. Dat doe ik nog steeds, vaak in aanloop naar het op stapel staande toneelstuk. Scènes uittekenen, kostuums bedenken, in een map verzamelen. Die map heet onder de spelers ‘het Heilige Boek van Janice’.

Wat is je grootste zonde?

Ik ben best wel een rommelkont. Ik zeg met betrekking tot die rommel tegen mijn man dat het m’n ideeën zijn die overal liggen, maar daar trapt hij niet in. Daar staat tegenover dat hij accepteert dat ik veel en vaak met De Kern bezig ben, dus ik mopper niet.

Wat koester je het meest?

Ik heb twee geweldige zussen. Met de jongste deel ik de theaterliefde. De middelste zus is daar heel nuchter in, ze zegt dat “er meer is dan toneel”. Zij staat stevig in haar schoenen en kan heel goed met mensen omgaan. En mijn moeder is mijn maatje, mijn rots in de branding.

Wat stuit je het meest tegen de borst?

Oneerlijkheid en je boven een ander plaatsen. Ik ben van met elkaar praten, van hoe je samen vooruit kunt, want daar komen alleen maar mooie dingen van. Tegelijkertijd is dat makkelijker gezegd dan gedaan. Mijn vader zei altijd: “Of je geeft het op, of je zet twee benen eronder en gáát ervoor.”

Waar kun je heimelijk van genieten?

Van alles rondom De Kern. Bijna iedereen in Handel doet op een bepaalde manier mee: “Ik heb nog wat stof liggen” of “ik breng wat materiaal voor het decor”. Het is echt een dorpsding, een bindende factor, van jong tot oud, ons kent ons. En mijn man heeft mij vorig jaar in het openluchttheater ten huwelijk gevraagd…

Van wie kun je nog wat leren?

Van al mijn kinderen. In mijn dagelijks werk als juf én van de kinderen die bij het toneel zitten. Ze hebben nog zo’n vrije manier van denken, niet alleen de kleintjes, óók de pubers. Onze jeugdgroep omvat de 5- tot 21-jarigen, in drie groepen verdeeld. Mijn jongste zus doet de jongste groep, ik de andere twee. De middelste groep figureert bij de oudste groep. Mijn middelste zus doet de horeca, mijn moeder de kostuums.

Achter welke deur zou je wel eens een kijkje willen nemen?

Bij Studio 100 of bij Joop van den Ende. Hoe je van niks tot iets magisch komt. Zo’n stukje magie wat wij hier in het openluchttheater ook proberen voor te schotelen.

Met wie zou je wel eens een weesgegroetje willen bidden?

Met mijn vader, die tien jaar geleden veel te jong overleed. Hij was pas 49 jaar. Vader was een sterk, positief persoon. Hij was ook de enige die kritiek op mij mocht hebben zonder dat ik tegengas gaf. Bij mijn moeder is dat anders, alhoewel we twee handen op één buik zijn.

Heb je verder nog iets op te biechten?

Handel zit in mijn hart. Mijn school in Oss óók, en daar heb ik die twee dagelijkse ritten van 35 minuten per stuk wel voor over. Maar ik zou nergens anders willen wonen dan in Handel.

Lees ook