MILHEEZE – Molen De Laurentia ondergaat de komende weken een grondige restauratie. De wieken en schoren worden terug naar de oorspronkelijke staat gebracht, precies in het jaar dat de familie Verheijen haar 150e verjaardag viert als molenaar in Milheeze.
Door Siel Peijs
Het is een buitengewoon jaar voor Marius Verheijen. In 2020 is het exact 150 jaar geleden dat zijn overgrootvader Ludovicus naar Milheeze trok om aan de Hoberg een molen te huren, de voorloper van de huidige Laurentia molen. Verheijen zet die molen als vierde generatie molenaar nog steeds in de wind. “Uniek”, noemt Egi Roijakkers, voorzitter van Molenstichting Gemert-Bakel, die mijlpaal. “Naar mijn weten komt dat nergens in Nederland voor.”
De viering van het jubileum wordt vanwege de corona-maatregelen voorlopig uitgesteld. Toch valt Verheijen met ‘zijn’ molen dit jaar nog een bijzondere gebeurtenis ten deel. De komende weken wordt de beeldbepalende beltmolen tussen Bakel en Milheeze op belangrijke punten gerestaureerd. De kenmerkende rood-wit-blauwe wieken, ‘roeden’ in molenaarsjargon, worden compleet nieuw opgebouwd. Ook de houten schoren, belangrijk om de molen stabiel in de wind te houden, worden vernieuwd. Net als de ‘windpeluw’, een dikke balk onder de as van de wieken.
De restauratie is volgens Roijakkers en Verheijen dringend gewenst. De basis van de 27 meter lange wieken wordt gevormd door een gelaste stalen koker. Uit recent onderzoek bleken de naden echter niet geheel doorgelast. En dat is niet zonder gevaar, zegt Verheijen: “Afgelopen september is zo’n gelaste roede er bij een molen in Groningen gewoon van afgevallen. Die wil je niet op je kop krijgen.” Roijakkers benadrukt dat het gevaar in Milheeze niet zo acuut is: “Maar we vonden het wél tijd om de roeden te vervangen.”
Die nieuwe wieken worden op dit moment opgebouwd bij molenrestaurateur Beijk uit Afferden. “Het worden weer potroeden”, vertelt Verheijen niet zonder trots. “De kokerdelen worden aan elkaar geklonken, in plaats van gelast. Net als vroeger. Dan moeten ze er weer honderd jaar tegen kunnen.”
Tegelijkertijd wordt het houtwerk op de wieken vernieuwd. De roeden krijgen zogenaamde ‘Van Bussel-neuzen’, zegt Verheijen: “Die zaten er voor 1965 ook op en werken als een soort vliegtuigvleugels. Ze versterken de windkracht.” Roijakkers: “Een belangrijke doelstelling van de molenstichting is om de molens in Gemert-Bakel stap voor stap terug naar de oorspronkelijke staat te brengen. We willen dat ze zoveel mogelijk authentiek zijn. De Laurentia verdíént dat ook, mede vanwege de bijzondere geschiedenis.”
De Laurentia is in Milheeze namelijk bezig aan een tweede leven. Voor de ingebruikname in 1893 deed hij al dienst als poldermolen in Bleskensgraaf. De oorspronkelijke Millusse molen, die Ludovicus Verheijen eerst huurde en later aankocht, brandde in 1891 volledig af. Om zijn werk voort te kunnen zetten zocht Ludovicus een vervangend exemplaar. “Ik vermoed dat hij gewoon op zijn fietske is gestapt om in Bleskensgraaf een molen te gaan kopen”, zegt zijn achterkleinzoon. “Zo gang dat toen.” Die poldermolen werd afgebroken en vervolgens in delen naar Milheeze vervoerd. “Over het kanaal naar Helmond en vandaar met de ‘malle jan’ naar de Hoberg”, tekent Verheijen de route beeldend uit. “Hij heeft hem hier eigenhandig weer opgebouwd. Als beltmolen. Op een bult dus, gevormd uit stenen die hij in de buurt vond.”
Een bijzonder restauratie-object vormt de windpeluw. Verheijen heeft het nieuwe exemplaar al klaar liggen, gezaagd uit de stam van een 165 jaar oude boom die op het erf stond. Als laatste telg van de Millusse molenaars vindt hij het een mooie gedachte dat die straks fier boven het naambord ligt: “Goede kans dat ons overgrootvader die boom nog heeft geplant.”
Foto: Egi Roijakkers (l) en Marius Verheijen kijken uit naar de restauratie.