BOEKEL/HANDEL – “Het bordje ‘Huize Padua’ is een paar jaar geleden opgeschoven, we wonen nu dus dáár.” Jurgen van Lieshout is een grensgeval; hij woont in de gemeente Boekel maar is allengs steeds meer op Handel georiënteerd geraakt. “Ik ging in Boekel naar school, speelde bij de Boekelse voetbalclub en werkte als middelbare scholier bij een Boekelse supermarkt. Maar niets blijft altijd hetzelfde.”
Geloof je?
Ja, in de mens. Wat ik de laatste tijd heb meegemaakt, heeft aangetoond dat je op méér mensen kunt leunen dan je aanvankelijk had gedacht, dat echte vrienden wel degelijk bestaan. En mocht er een hogere macht zijn die dit alles aanstuurt, nou, dan vind ik dat wel mooi.
Wat is je grootste deugd?
Muziek- en toneelspelen. Ik speel gitaar en ik zing, ben gitarist bij Internos in Handel. Door omstandigheden ben ik daar ooit een tijdje weggeweest, maar in een nieuwe show werd ik bij de organisatie ervan gevraagd. Vanaf dat moment ben ik weer met liefde en plezier van de partij. Want het verenigingsleven, dat is wel mijn ding. Ik help graag, maar word ook graag geholpen. Die verbintenis spreekt me aan. Al ben je in wezen misschien géén verenigingsman, je rolt erin. Dat is ook het sterke van het dorp Handel. Door de kameraadschap op het Macropediuscollege met een klasgenoot uit Handel ging ik daar uit, bouwde voor ik het wist mee aan carnavalswagens, kwam ik bij Internos en ‘De Kern’, hielp de geluidsman en kreeg interesse in toneelspelen. Repelsteeltje was mijn debuut. Koning Kwatta.
Wat is je grootste zonde?
Ik ben recht door zee. Dat lijkt geen zonde, maar zo’n karaktertrek wordt niet altijd in dank afgenomen. Wat is soms zeg, komt blijkbaar nét iets harder over dan ik bedoel. Als ik achteraf denk dat ik fout zat, stap ik op de persoon in kwestie af en leg aan hem of haar uit dat ik met die directheid absoluut niemand wil krenken.
Wat koester je het meest?
Saamhorigheid en gezelligheid. Mijn vader is pas overleden en op de rouwkaart hebben we gezet: ‘We vieren het leven van Harrie’. Zijn credo was ‘Het wordt nooit zo donker of het wordt toch weer licht’. Voor zijn uitvaart heb ik met mijn akoestisch bandje, Closer2Fine, het nummer ‘Ticket to heaven’ ingestudeerd. Ik heb het toen gezongen, met de begeleiding van alle bandleden én een tweede stem. De emotie helpt dan niet echt, maar iedereen snapt dat en er was gelukkig die tweede stem.
Wat stuit je het meest tegen de borst?
Blaaskaken. Die maken hun beloftes vaak niet waar en ik kan ook niet tegen gedraai om de hete brij. Zie de politiek; politici zijn over het algemeen ook niet in hun eerste leugentje gestikt.
Waar kun je heimelijk van genieten?
Muziek spelen en -luisteren. Theater maken en -beleven, zeker ook lokaal. In De Bunker heb ik vaak achter de mengtafel gestaan, dat doe ik nu bij De Eendracht. Daar ben ik de eeuwige stagiair en besmet met het theatervirus. Ik was al ooit een van de broers van Jozef in the Amazing Technicolor Dreamcoat en zou recent meedoen aan ‘Musicals in concert’, maar op die dag was de uitvaart van mijn vader.
Van wie kun je nog wat leren?
Ik leer elke dag van iedereen, al is het maar hoe het niet moet en dat je je niet zo druk moet maken over de dingen. Er zijn altijd nóg belangrijker zaken.
Achter welke deur zou je wel eens een kijkje willen nemen?
Alle muzieksteden in de V.S. langs de Mississippi aandoen, Seattle, Nashville, New Orleans. Blues, rock en de vroegere jazz, prachtig!
Met wie zou je wel eens een weesgegroetje willen bidden?
Met Floor Jansen van Nightwish. Haar beleving, ze voelt zo goed de sfeer van een nummer aan en kan zowel opera-achtig als poppy zingen, grunten zelfs. Muziektheater! Ik zou daar graag met haar over praten.
Heb je verder nog iets op te biechten?
Ik ben dankbaar voor de mooie plek waar we wonen. Rust, ruimte, natuur en dicht bij Handel, waar ik allerlei uitlaatkleppen heb gevonden.