Afbeelding

In de Biechtstoel: Cindy Bergman

Nieuws

GEMERT – Toen zij twee jaar was kwamen Cindy Bergmans ouders erachter dat zij doof is. Dat belette het jonge meisje niet om een zo normaal mogelijk leven te leiden. Zij heeft zelfs zeventien jaar bij de gemeente gewerkt. De nieuwe kink in de kabel werd haar geleidelijk verminderend zicht. Nu ziet Cindy nog maar voor 2%. Zelfs liplezen, daar was ze heel goed in, gaat niet meer. De communicatie met haar ‘biechtvader’ verloopt via het typen van de vragen, waarvan de letters levensgroot op een scherm verschijnen. Haar ouders ondersteunen door met een vinger blokletters in haar handpalm te vormen.

Geloof je?

Ja, ik geloof. Niet dat ik streng religieus ben, maar ik geloof wel in God.

Wat is je grootste deugd?

Ik sport! Daaruit haal ik kracht om met mijn situatie om te kunnen gaan. Buiten heb ik een buddy die meeholt, thuis hou ik de knop van de kastdeur vast, maak lopende bewegingen en beeld me de route die ik zogenaamd afleg heel precies in. Dat kan, want toen ik nog op de gemeente werkte, was ik veel bezig met straatnamen en huisnummers. En ik heb een loopband. Het werkt, want ik was te zwaar en ben de laatste anderhalf jaar 40 kilo afgevallen.

Wat is je grootste zonde?

Dat ik in mezelf ben gekeerd. Toen onze vorige hond Pepper stierf, kon ik dat verdriet niet kwijt, niet delen. Dat is lastig. Tja, ik dacht dat ik meer van dieren dan van mensen hield, maar sinds kort heb ik een vriend. Hij woont in ’s-Hertogenbosch en we zijn allebei straal verliefd.

Wat koester je het meest?

Dat ik wat van het leven maak. Ik leer steeds. Bijvoorbeeld braille. Ik heb nu een speciaal apparaat, dat kan ik aansluiten om in braille met andere dove en blinde mensen te communiceren. En ik lees dus weer. Soms zijn er wel zesentwintig dikke katernen voor nodig om één boek in braille te vatten, die krijg ik dan van de doof-blinden bibliotheek. En van mijn moeder leer ik huishouddingetjes, zoals de wasmachine aanzetten. Ik moet alleen nog iets verzinnen voor het scheiden van de bonte en de witte was.

Wat stuit je het meest tegen de borst?

Er stuit mij niet zo veel tegen de borst. Het is nu eenmaal zoals het is. En ik probeer zoveel mogelijk uit het leven te halen. Eén voordeel: ik word nergens door afgeleid.

Waar kun je heimelijk van genieten?

Ik ben heel blij met mijn tolk. Heb ik bij het UWV aangevraagd, zij gaat met me mee. Naar zee, daar mocht ik samen met een leraar op het strand een grote vlieger oplaten en meerijden in een zeilwagen. Ik heb ook al in een helikopter en in een luchtballon gevlogen, met de dolfijnen gezwommen en volgende week ga ik indoor-skydiven.

Van wie kun je nog wat leren?

Met mijn vader en peetoom ben ik naar New York geweest. Ik zag toen nog iets beter. Die wolkenkrabbers, en dat stadion van de New York Yankees. Wauw. Ik wilde er eigenlijk wel blijven wonen.

Achter welke deur zou je wel eens een kijkje willen nemen?

Ik wil nog naar de Malediven. Kijken of ik iets van witte stranden en palmbomen kan ervaren.

Met wie zou je wel eens een weesgegroetje willen bidden?

Vroeger schreef ik naar filmsterren en kreeg handtekeningen en foto’s terug. Of het homokoppel ontmoeten dat in de film Brokeback Mountain verliefd wordt op elkaar, of honkballer Derek Jeter. Ben ik fan van.

Heb je verder nog iets op te biechten?

Ik zou m’n oude klasgenootjes uit St.-Michielsgestel nog willen spreken. Ik heb daar van m’n 3e tot m’n 19e op school gezeten. Nee, niet intern. Het nadeel was dat ik geen schoolvriendinnetjes in Gemert had, en ook niet meemaakte wat de andere kinderen op het internaat wél meemaakten. Maar één week per jaar mocht ik met mijn zus Chantal mee naar de klas van meester Marius Vos, hier in Gemert. Ik heb in zo’n week het vingeralfabet aan alle andere kinderen geleerd.

Lees ook